zaterdag 16 december 2006

Welke dag is het vandaag ?

16 december 2006 10:26 uur

Het is hier echt anders. Over de railing hangend, jaha Reneetje, rooftop view, kijk ik regelmatig naar een groepje kerels die, op een miezerig binnenpleintje, gehurkt zitten te kaarten. Het duurt even maar na een tijdje zie ik het...: ze geven de kaarten tegen de klok in en spelen ook tegen de klok in.

Aan de receptie van het Khwopa guest house hangt een kalender. Gewoon een normale goedkope reclamekalender denk ik tot ik wat dichterbij kom. Ze leven hier in een andere tijd dan wij !!! ( zie foto’s )
In Nepali tijd is het: 10:34 zaterdag, 1 poush 2063, Zoals je ziet heeft november maar 29 dagen en is het vandaag 1 poush, de 9de maand van het jaar. Waar ze voor november ook hun eigen naam hebben alsook voor zaterdag. Tja, ’t is ff wennen.


De laatste dag met Noffie zijn we tot buiten de stadsgrens gelopen. “I want to show you some other zings”. “Is it far?” vraag ik angstig. “No, I zink about 10 minutes”. “If you fuck with me, you paid a lot of money for a plane ticket that you are never going to use!” dreig ik, hij lacht. “We walk slowly, old man.”
We slenteren langs Pottery square langzaam naar beneden. “Fuck Nof, we also must go back.” Ik moet ineens aan Tessie denken. Die riep ook steeds na enkele honderden meters wandelen “‘houden jullie er rekening mee dat we ook nog terug moeten?”
We naderen de stadsgrens, ineens links van mij groene velden met tientallen mensen die er werken. We passeren een riviertje, op het bruggetje fotootje geschoten. Smerig water. “You should look to ze other side, there is ze wash place, there are ze people washing themselves” ………Gadver……..ik ben erg blij met mijn douche in de Khwopa. Knip, fotootje.
Het bruggetje is tevens de stadsgrens van Bhaktapur. We lopen nu in het “industriegebied” zal ik maar schrijven. Diverse meubel fabrieken met al hun ambachtslui en uitstallingen, veel bedden en kasten, allemaal handgemaakt. Plots slaat Noffie links af. Nu gaan we echt de slops in. De weg houd op te bestaan. Ik besluit om geen foto’s van het vuil en smerigheid te maken. Ik begin een beetje de situatie te begrijpen en wil niet alleen de shit fotograferen. Wel besluit ik om zo objectief mogelijk te blijven, wat verdomd moeilijk is als je de verhalen allemaal hoort. Dus foto van een hard werkende man bij zijn buffels en Noffie lopend op “de straat”.
De weg die Noffie had uitgedacht gaat niet door omdat er een sportgebeuren plaats vind op het schoolterrein dat we over hadden moeten steken. Dus omdraaien maar. We kuieren richting bruggetje. De stadswacht wilt onze visitors passen zien en we vervolgen onze weg.
Het is van alle tijden, aan het eind van het bruggetje drommen een aantal kinderen bijeen. Noffie gaat is kijken, ze ruilen plaatjes van worstelaars.
Op ons gemak lopen we terug. Als ik mijn hart weer tekeer voel gaan ga ik lekker aan de zijkant van de weg zitten. Genoeg te zien, ff rusten, fotootje, kijken, babbelen. Super relaxed. Er passeert ook een “Kruier?” de mannen met de jukken. Alleen anders. Zij dragen het over 1 schouder. Er is ook een andere manier; met de hoofdband. Die moeten sterke nekspieren hebben!. Ze noemen ze hier “porter” .
We shokken tot Pottery square en Nof koopt thee om mee naar huis te nemen. Tjoep, ff zitten. Knip, een man in de typische kleermakerszit, waar ik z’n moeite mee heb, zit druk met zijn handen gebarend in zichzelf te praten. Thee is gekocht en we gaan huiswaarts. Leuke wandeling. Tnx Nof.

’s Avonds zijn Noffie en ik alleen. We zitten een beetje stil aan het buro. “ Come on Nof, make a big joint, you can’t take it with you.”. Stil fabriceert ie zijn jointje. Hij heeft niet zo’n lust om te lachen. Ik overigens ook niet. Na wat stilzitten, surfen op het web en klokkijken, is het toch echt tijd. Ik geef hem a hug “So long man, I realy going to mis you”. “Me to”, klinkt het kleintjes. Hij gaat de trap af.

Geen opmerkingen: