maandag 18 december 2006

Business in Thamel

18 december 2006 16:00 uur

Vandaag een ochtendje Kathmandu gedaan. Gisteren met Palden Lama afgesproken om te gaan kijken in Thamel. Een soort Ginneken van Breda. Het is het toeristen gebied van Nepal. Ik zal er op termein wel foto’s van schieten maar wij gingen voor andere zaken. Business. Ze kunnen hier prachtige dingen (na)maken. Dus wil ik wel eens gaan kijken wat er allemaal zoal te koop is en vooral wat het dan kost. Afgesproken om 9:00 uur aan de stadspoort bij Durbar square de local hang-out van de gidsen.

Inmiddels heb ik kennis gemaakt met Spaanse Maria en haar vriendje. Zij hebben 18 jack’s gekocht en die gaat het vriendje persoonlijk naar de klanten brengen. Eerst de bus naar Delhi ( 36 uur ) dan via Milaan naar Barcelona waar de vriendjes ( als het goed is ) keurig staan te wachten.
Tickets alles bij elkaar €550,= en als alles goed gaat houden ze van deze reis € 300,= over. Weer een paar maandjes Nepal. Ik weet wat de inkoopprijs is van de jack’s en daarom......... neem ik Palden mee. Ik ben er van overtuigd dat het in de prijs verschil maakt. Zo nam ik Shyam ook mee de eerste keer dat ik geld ging wisselen en kreeg een goede koers.

Bij de poort staat Palden al te wachten. Hij heeft een Kathmandu taxi te pakken. Normaal kost een ritje Kathmandu 500 rupee maar als je een taxi neemt die van Kathmandu net naar Bhaktapur is gereden om zijn klantjes te dumpen dan kun je afdingen tot 250 rupee want die gozer moet toch een keer terug. Hij zet braaf z’n meter uit en zegt tegen zijn baas dat hij leeg is teruggereden. Hoppekee, 250 rupee in the pocket.
De taxichauffeurs zijn helden. Met ware doodsverachting storten zij zich in het verkeer. Het is nog niet op topdrukte maar ik kom tot de conclusie dat dit al helemaal niet meer op Amsterdam of Parijs lijkt. Ik zit te genieten. Voor mij is het hetzelfde als vliegen alleen is dit laagvliegen, op ooghoogte.
Ik heb totaal geen vliegangst. Ik geef me over aan het fenomeen en ga er van uit dat die piloten echt wel weten wat ze doen. Hetzelfde geldt voor dit soort jongens. Dit is de echte eredivisie, niet te vergelijken met de amateurs van de Peutax Breda, of de hoofdklasse van Amsterdam-, Parijs- en London taxi. Waanzinnig.
We belanden in Thamel. Palden rekend af en we slenteren door een andere wereld. Het lijkt wel Andorra of Gibraltar. Winkeltjes met soeveniers, kleding, sierraden, food, soeveniers, kleding,sierraden, food, enz. Straat in,... straat uit. Plots stapt Palden een kledingzaak binnen. Het is een winkel met handgemaakte jack’s. Ik vind ze schitterend. Ik loop de rekken langs en voel de kwaliteitsverschillen, ik hoef Palden niet aan te sporen, hij snapt het, de onderhandelingen zijn bezig, kwaliteiten van het product worden besproken en dan worden er prijzen afgegeven. Yep, er is verschil ! Kaartje in mijn zak en op naar de volgende. We doen kleding zaken, messen zaken, pashmina zaken en andere dinges zaken. “Come on Richard, wir gehen nach der Pompernickel”.
Ik heb er van gehoord; het is een duits opgezette bakkerij met echt duits brood wat je nergens anders in Nepal vind. Straatje links, rechts en straatje in en hup............. De Pompernickel. Een leuk binnen terras met tafeltjes en stoeltjes allemaal gevuld door toeristen. Mijn zakenhartje gaat gelijk bloeien. “Bestellen Sie etwas zu essen, ich kom gleich wieder” Wij voeren grappige conversaties, Palden en ik. Hij in het duits, ik in het engels.
Om wat te bestellen moet ik naar een soort van loket. Het loket doet cafetaria-achtig aan. Een counter met alle soorten broodjes. Keizerbrötchen, pistolets ( bruin en wit ), croisants, donuts, bolussen. Het kwijl loopt langs m’n kin. Ik neem een pistolet met tuna en een croisant met small pot black thee. 470 rupee.
Ik ga naar een tafeltje en neem het zooitje eens goed in mij op. Iedereen is lekker aan het eten, drinken of kletsen en hebben allemaal zo-iets als ik besteld en betaald. Het kan dus makkelijk!!. Kostprijs van mijn bordje is max: 150 rupee. Er lopen 7 man personeel in de bakkerij en cafetaria en 2 in de bediening.
Ze brengen mijn plate en ik ga er eens goed voor zitten. Heeeeeerlijk! Ik wil morgen terug. Er loopt een duitse blonde deerne met twee kopje koffie langs me en gaat aan het tafeltje naast mij zitten. 1 kopje koffie lijkt op een cappuccino en de andere op gewone koffie. *&%@#& wat ben ik een lul!!!. Waarom heb ik geen koffie genomen. Uit gewoonte neem ik een potje thee maar ik had natuurlijk de koffie moeten keuren. Palden komt terug en we praten over de dingen die we hebben gezien in de shops, met andere woorden, het komt er niet meer van. SU-KEL !!!

Er is weer eens een power cut. Het komt wel veel voor de laatste tijd. Misschien hebben ze wel gewacht tot het toeristen seizoen over is. Het is nu dagelijks. Uren aan een stuk. Lijkt me leuk als je een koeljast hebt of zo. Ik ga maar eens een hapje doen.

Na de pompernickel nog wat shops bezocht. Leuk om te doen met z’n Nepaleese bink bij je. “Was sollen wir tun Richard, weiter machen oder nach Bahktapur”. Ik snap het, Palden wilt naar huis. “Lets go home” zeg ik maar en hij lacht. Palden gaat op taxi jacht. Nu eentje naar Bahktapur en zo goedkoop mogenlijk. Hij duikt met z’n hoofd een taxi in en ik sta lekker te genieten van de langskomende mensenmassa. Geiriteerd komt Palden naar me toe, “Much to expensive”. “Oke,” ik vind alles best. Volgende taxi. Er storten zich blokfluitverkopers op mij. Inmiddels maakt het me helemaal niets meer uit wie er naar me toekomt. “No, no, I don’t want a flute.”, “Why sir, it is very nice flute” en inderdaad het zijn plaatjes. Misschien moet ik deze mensen eens uit gaan leggen dat het produceren van duizenden blokfluits per jaar niet zo zinvol is. “I don’t play flute, so why do I need a flute?” Niet orgineel, Krijnen, “You can lurn”. Kijk, ...dat antwoord kwam snel, dus die techniek hebben ze meer gehoord. Het leuke van dit soort gesprekken is om de Gabor-blik naar voor te toveren. Het is dus de kunst om een vraag of volzin te geven die ze wel begrijpen maar het antwoord moeten ze zelf gaan verzinnen. Dan verschijnt Gabor. Ik verzeker je, da’s moeilijk. Ik ben dan ook de miljoenste toerist en het zijn geharde verkopers. Rene zou er zo een paar willen hebben voor de kanvas. Palden roept ”Come on Richard, taxi”, “sorry boy’s i have to go”. Ik spring in de rollercoaster.
Op de terugweg denk ik eraan om een paar foto’s te nemen. Het is verschrikkelijk moeilijk om de chaos vast te leggen maar alla. Ik vind het prachtig.
Al met al weer een leuke leerzame dag. Bye.

PS. Leuk om ff langs te komen Davy, in je chic hotel in Chiang Mai, Jij wel he !!!
Groetjes.

Geen opmerkingen: