woensdag 11 april 2007

Bisket Jatra ( een gekkenhuis )

11 april 2007 7:55 uur

’s Morgens terwijl ik naar het Hart loop neem ik foto’s van de chariot. Het is echt een groot ding. Ik ga naar het Hart om de mannen een prettig festival te wensen. Zoals verteld gaan we de eerste en laatste dag vanaf 14:00 dicht. Er moet gas worden ingeslagen want dat is weer beschikbaar. Volgens Shyam wordt er vanaf vrijdag weer gestaakt door de gasdealers. Ik wil alle flessen vol. “All 8 cilinders?” “Yes, all” “But maybe to much, we don’t need 8.” “I want all cylinders full, Oke?” Ik zie het onbegrip in hun ogen, 8 flessen gas, we hebben er toch maar 6 per maand nodig. Wat dat betreft waren mijn mannen bij Phylax toch wat makkelijker aan te sturen. “Who is the boss in this restaurant?” “You” “I want all cilinders full” “Oke.” Sneller, makkelijker, Nepalezer.
Ik loop naar de bank en ben meteen aan de beurt. “I want to open an account” “Second floor, through the door than left up the stairs” Ik kan ook gelijk bij de credit manager naar binnen. Ik laat mijn aanbevelingsbrief van de universiteit zien en in no time zit ik de aanvraag formulieren in te vullen. Ik moet steeds alle namen van mijn paspoort invullen. “many names” klinkt het steeds bewonderend. Nog bedankt pa en ma, ik heb #&#*(&^*% in totaal 5 namen. 4 niet te lullige voornamen en dan mijn achternaam. Als je dan 8 formulieren in moet vullen wordt je een beetje ziek van je eigen naam. “So what your called, Henricus?” “The call me Rick” Dat moet je niet doen Krijnen !!!. Het kost me achteraf meer tijd om het verschil tussen Rick en Henricus uit te leggen dan de hele procedure betreffende mijn rekeningnummer. Maar,.... het is gelukt. Terwijl ik zit te wachten bij een andere manager belt Joyce. Waar ben je, waar lunchen we enz. We spreken af tussen 14:00 en 14:30 op het dakterras van Badgaon.
Als ik om 14:15 op het dak van Badgaon arriveer zitten Kim en Rosa daar al aan een tafeltje met twee Israelisch die ze hebben leren kennen op hun tripje naar Chitwan. Ik ga aan een ander tafeltje zitten. Schaduw, het is erg warm. Als ik zie dat mijn mannen de borden binnen beginnen te halen neem ik een paar foto’s. SMSje van Joyce, “we komen eraan, houd twee stoeltjes vrij” Hoezo? alleen het tafeltje van Kim en Rosa en mijn tafeltje zijn bezet. “Wij dachten dat het hier stampvol zou titten, dus wij zijn hier al vanaf 11:00 uur” “Ik had er ook een ander idee over” zeg ik.
Er klinkt wat herrie en als ik naar beneden kijk zie ik een paar kerels in witte pakken met een rood petje op een “God”dragen. Het is een beeld van de God die in de chariot wordt geplaatst. Voor dat dat gebeurt wordt deze God eerst naar de grote tempel gebracht omdat er wat offers gebracht dienen te worden. Tijdens dit festival worden er enkele honderden geiten “ge-offerd”.
Ook het Sunny guest house wordt dicht getimmert. Het Hart en mijn onderbuurman zijn al hermetisch afgesloten. Het plein begint langzaam vol te lopen en ook de trappen van de Nyatapola tempel veranderen in een mensenmassa. Er wordt een lang touw in de straat vlak voor de Badgaon uitgerold. Het terras wordt wat drukker en ook de Nepali komen zich installeren. Mijn speciale vriendinnetje staat me lief aan te staren. Het wordt drukker en drukker. Plein stroomt vol net als de Nyatapola tempel.
Er klinkt een hele hoop herrie, krijsen en fluiten. Onder een rode parasol wordt de God naar de chariot gebracht. “As soon as the God is in the chariot, the pulling starts” Krisna is ook geariveerd. Het is ongeloofelijk moeilijk om dit goed in beeld te brengen. De massa wordt histerisch. Hat, hat, hat. En iedere hat gaat gepaard met een rukbeweging aan de touwen. Iedere meter die gewonnen wordt wordt begroet met een enorm gekrijs.
Wij winnen. Ik woon tenslotte aan de lower side. Langzaam passeerd de chariot het Badgaon guest house. De duisternis valt ongeloofelijk snel in en het maken van foto’s is onmogelijk geworden. Mijn flitser haalt de afstand niet .
Zonder enige aanleiding en totaal onverwacht vliegen er stenen door de lucht. De massa splijt in tweeën. De upper groep vliegt het plein op en de lower groep rent in tegelgestelde richting, de hoofdstraat in. De afstand tussen de twee groepen wordt bepaald door de werpafstand. Niet flitsen anders worden wij target. De waarschuwingen klinken dringend en angstig. De stenen vliegen door de lucht. We besluiten om maar een hapje te gaan eten. Het is levensgevaarlijk om naar buiten te gaan.
We zitten met de hele groep aan aangeschoven tafels en nemen het er maar van. Ineens voel ik een klap in mijn nek. Mijn tafelgenoten kijken mij verschrikt aan. Ik ben $*^#*&% getroffen door een steen. Alle andere gasten kijken onze kant op en iedereen staat op. Het regent stenen. We vluchten naar binnen. Op de begane grond is een binnenterras waar we ook niet mogen zitten. Stenen kunnen ons daar raken. Het is erg bizar. We zetten onze maaltijd voort terwijl buiten de muren van Badgaon de herrie soms angstaanjagend is.
Eens moeten we naar huis realiseren we ons en vragen aan het personeel of het veilig is. Om een uur of 21:00 krijgen we het sein veilig. De deur wordt geopend en we worden naar buiten geloosd. Badgaon uit en onmiddelijk piepklein straatje in. Het is aarde donker. We worden begeleid door een mannetje of 6. Ze vormen een soort van baken. Deze kerels hebben een heel klein blauw zaklampje dat net voldoende licht geeft om te zien waar je je voeten neer moet zetten. Kruipdoor sluipdoor gaan we onze weg. Joyce die voor mij loopt heeft zelf een lampje uit haar tas getoverd. “Pas op je hoofd” en ze loopt door een heel klein deurtje. Zodra ze er door is is het zwart. Ik zie geen bal. Ik buk en zet een stap. Alsof ik met een voorhamer op mijn kop wordt geslagen. %$&&@%&@(@#^) ik buk niet diep genoeg en knal met mijn hoofd tegen de deurstijl. Ik heb ineens weer een fontenel. Ik duizel en zie de wereld voor een oliebol aan. Shit ....wat doet dat zeer. Ik strompel door en we komen bij de Khwopa. Shyam loodst ons binnen. Snel wordt de deur gesloten terwijl buiten de hel echt schijnt los te barsten. Het is belachelijk, het is ongeloofelijk, het is gevaarlijk , het is voer voor psychiaters. Alle toeristen zijn geschokt, ik ook, hoe is het mogelijk dat deze lieve mensen veranderen in stenengooiende monsters.
Heel stil zitten en staan we beneden in de Khwopa. Lieke vraagt of ze haar mail mag checken. Ik ga naar boven en start mijn laptop, Alle meiden komen naar boven en ik ga weer naar beneden, biertje drinken.

Geen opmerkingen: